Bij de voorportaalprojecten gaat het om investeringen waarvoor op dit moment geen geld beschikbaar is.
In de voorjaarsnota 2024 hebben wij een aantal onderwerpen uit de voorportaallijst overgeheveld naar de Strategische Investerings Agenda (SIA) omdat deze voldoen aan de voorwaarden van de SIA. De onderwerpen die daar niet onder vallen en waar geen middelen voor zijn gereserveerd maar toch een keer zijn genoemd in eerdere begrotingen of door de raad worden hier gepresenteerd.
- Energietransitie en warmtetransitie;
- Verkabeling Diepenveen en Colmschate;
- Vastgoed verduurzaming
- Huisvesting Onderwijs
- Vastgoed de Ulebelt;
- Waterveiligheid en maatregelen IJssel (richting 2050);
- Hoogwaterkering binnenstad;
- Buitenruimte sportvoorziening Bathmen
Eerder stond de renovatie van de Scheg ook op de voorportaal. De Scheg, een belangrijke voorziening in de stad, is 30 jaar oud en dringend toe aan groot onderhoud en verduurzaming. In het voorjaar 2024 is door de raad de toekomstvisie Scheg vastgesteld. Door de raad is op basis van maatschappelijke waarde, duurzaamheid, samenhang en aantrekkelijkheid, investeringen en exploitatie gekozen het plan uit te werken overeenkomstig de + variant. In deze begroting stellen wij voor om de Scheg van de voorportaal af te halen en toe te voegen aan nieuw beleid.
(bedragen x €1.000) | |||
Voorportaallijst Investeringen (eenmalig) | tot en met 2028 | 2028 t/m 2035 | na 2035 |
Energie- en warmtetransitie | pm | pm | pm |
Verkabeling Diepenveen en Colmschate | 10.790 | ||
Vastgoed verduurzaming | 36.800 | ||
Onderwijshuisvesting | pm | ||
Vastgoed de Ulebelt | pm | ||
Waterveiligheid en maatregelen IJssel | pm | ||
Hoogwaterkering binnenstad | 1.000 | ||
Buitenruimte en tijdelijke kleedkamers Sporthal Bathmen | 1.665 |
Energie- en warmtetransitie
De grote opgave waar we als maatschappij voor staan, is de energie- en de warmtetransitie. Dit heeft ook grote financiële impact maar is vooralsnog moeilijk te kwantificeren. Dit kan niet zonder rijksmiddelen maar ook niet zonder investeringen van de gemeente. De opwekking van energie zal CO2-neutraal moeten plaatsvinden. Dit betekent ook dat we een andere infrastructuur nodig hebben om de lokaal opgewekte energie op het juiste moment op de juiste plek te krijgen. Ook het aardgasvrij maken van de bebouwde omgeving vraagt forse investeringen van bedrijven, particulieren, corporaties en overheden. Dit kan niet zonder rijksmiddelen.
De gemeente zal zelf nauwelijks investeren in hardware voor de grootschalige energieopwekking (wind/zon) of de warmtetransitie. Dat is voor de warmtetransitie met name aan particuliere huisbezitters, beleggers en corporaties. Netbeheerders staan aan de lat voor verzwaring van het netwerk om zo voor de toekomst de energievoorziening te kunnen garanderen. Op het niveau van het laagspanningsnet zijn er in de bebouwde kom van Deventer ca. 350 extra transformatorhuisjes (situatie Q3 2024) nodig tussen nu en 2030 en 500 km stroomkabel. Daarvoor gaan 1 op de 3 straten op de schop. De investering van de transformatorhuisjes en het leggen van nieuwe kabels zijn voor rekening van de netbeheerder. Naast de uren voor vergunningverlening zullen we als gemeente ook kosten maken voor de herinrichting van de openbare ruimte. Door dit zo veel mogelijk te combineren met andere geplande werkzaamheden kunnen de kosten worden beperkt. De ontwikkeling en realisatie van Smart Energy Hubs als remedie tegen de netcongestie vraagt mogelijk wel om gemeentelijke investeringen.
Commerciële partijen en/of energiecoöperaties investeren in de aanleg en exploitatie van windmolens en zonneparken. We ondersteunen de realisatie van zonnepanelen boven parkeerplaatsen (solar carports) bij bedrijven en organisaties. Voor locaties als De Scheg en Borgelerbad nemen we de ontwikkeling zelf ter hand.
Er zijn onderdelen van het energiesysteem die nu nog niet belegd zijn en waar een investering van de gemeente gevraagd kan gaan worden. Het gaat dan met name over energie infrastructuur.
- In de nieuwe Warmtewet wordt geregeld dat de bestaande en nieuwe warmte-infrastructuur voor minimaal 50% + 1 in publieke handen komt. Na de inwerkingtreding is er een ingroeiperiode van 7 jaar. Na deze periode moeten alle warmtebedrijven voldoen aan deze eis. Dit kan grote investeringen vragen van de gemeente waartegenover inkomsten staan in de jaren ná de investeringen. Nog niet te overzien is het of hiervoor ook onrendabele investeringen van de gemeente nodig zijn. Het gaat niet alleen gelden voor Slim Warmtenet Zandweerd maar ook voor alle bestaande netten (bijvoorbeeld in de Deltabuurt en Keizerslanden) en andere mogelijke nieuwe warmtenetten.
- Uitvoering Plan van Aanpak netcongestie met de drie sporen verzwaren, verslimmen en maatschappelijk prioriteren. Netcongestie vraagt om urgentie en daadkracht om zo snel mogelijk het huidige elektriciteitsnetwerk te verzwaren. Dit vraagt om samenwerking met de verschillende netbeheerders en het versnellen van onze eigen processen. In het spoor verzwaren geven we dit proces verder vorm. Aan de andere kant vraagt het spoor verslimmen om te zoeken naar slimme, innovatieve oplossingen om de impact van netcongestie te verminderen. Het spoor maatschappelijk prioriteren gaat om het maken van lastige keuzes. De sporen verslimmen en maatschappelijk prioriteren vragen om te schakelen tussen de belemmeringen van nu en de oplossingen voor de toekomst.
- Ondersteuning van lokale energie-initiatieven als uitvloeisel van het nog op te stellen nieuw beleid lokaal eigendom.
Verkabeling Diepenveen
Op 9 maart 2022 heeft de raad het Initiatiefvoorstel Verkabeling Diepenveen/Platvoet en Deventer/Colmschate aangenomen. De kosten voor het Basis Ontwerp zijn gedekt. De kosten voor realisatie van de verkabeling worden geraamd op €10.790.000 voor de gemeente Deventer. Dit is een eigen bijdrage van 20% op de totale investering.
Gemeente Deventer wordt op zijn vroegst in 2025 opgenomen in het Investeringsplan van Tennet. Dat is nu nog niet het geval. De kosten zullen dus nog verder stijgen. Onafhankelijk van de stijgende kosten van Tennet blijft de provinciale bijdrage €1.250.000. Meer details zijn te vinden in het 'Financieel overzicht dossier Verkabelen' wat de raad op 3 april 2023 ontvangen heeft. Bij de voorjaarsnota 2023 heeft de raad besloten om de voorbereiding te starten en voor de kosten voor het basisontwerp geld opgenomen. Het proces om te komen tot basisontwerpen (verder BO-fase) is begin dit jaar opgestart na de opdrachtverlening vorig jaar. TenneT heeft een globale planning voor het verkabelproces met ons gedeeld. De uitwerking van de BO-fase duurt ca. 2,5 jaar.
Vastgoed verduurzaming
De grootste opgave voor de verduurzaming van het gemeentelijke vastgoed ligt in de periode 2023 tot en met 2030. Om de doelstelling van 55% CO reductie in 2030 te realiseren is een investering van bruto €69,5 miljoen bruto nodig. Dat is netto €48,7 miljoen, omdat een deel van de investering gedekt kan worden uit het budget planmatig onderhoud en deels uit de energiebesparing door afspraken te maken met huurders. Ongeveer 70% van de bruto investering is dus onrendabel. In de portefeuillestrategie is aangegeven volgens welke financiële spelregels wij de verduurzaming willen realiseren. De feitelijke dekking voor de financiële consequenties gebeurt via afzonderlijke besluiten, zoals bijvoorbeeld de voorjaarsnota en de reguliere P&C cyclus. Van het onrendabele deel is een deel reeds gedekt; in de begroting 2024 is €6 miljoen eenmalig en €370.000 structureel beschikbaar. De resterende benodigde dekking bedraagt daarmee €36,8 miljoen; dat is structureel €2,55 miljoen. Per jaar is een investering van oplopend naar ruim €6 miljoen netto nodig, dat leidt tot een structurele kapitaallast van € 2,55 miljoen in 2031. In het investeringsprogramma zijn de investeringen en de dekkingsbehoefte in meerjarig perspectief weergegeven. In het investeringsprogramma is een jaarlijks gemiddelde aangehouden. Aandachtspunt is het investeringsritme; wanneer het een logisch moment blijkt een groot pand al in de eerste jaren (bijvoorbeeld 2025) te verduurzamen, zal de investeringsbehoefte en dus de noodzakelijke financiële middelen naar voren schuiven. En vice versa. Dergelijke bijstellingen maken onderdeel uit van de portefeuillestrategie.
Onderwijshuisvesting
Met het Integraal huisvestingsplan (IHP) 2024-2040 hebben we voor de stad een stevige ambitie op het gebied van onze schoolgebouwen vastgelegd. In de komende 16 jaar streven we naar het slim, samen verduurzamen en toekomstbestendig maken van onze gebouwenvoorraad. Slim en samen betekent ook anders organiseren en financiën bundelen. Niet meer denken vanuit eigen verantwoordelijkheden, maar vanuit de wens om voor kinderen het verschil te maken en weloverwogen de volledige levensduur van een gebouw leidend te laten zijn in keuzes. We focussen ons op actielijnen die zijn vastgesteld in het IHP. Huisvestingsprojecten in de Centrum(schil), Keizerslanden, rondom Arkelstein/VSO de Linde en de Internationale Schakelklas krijgen prioriteit.
Niet alleen het IHP, maar ook ons klimaatbeleid, focust op een gezond binnenklimaat voor onze scholen. Ook de circulaire doelstellingen maken dat we niet langer kunnen bouwen conform Bouwbesluit. We willen een voorbeeld zijn voor onze leerlingen. We bouwen volgens het Kwaliteitskader Ruimte-OK en zoeken met elkaar naar verdere optimalisatie. We maken het gebouw meteen klaar voor de gestelde duurzaamheidsdoelstellingen. Daarnaast is het kader bij nieuwbouw en renovatie ENG zoals besloten door de raad bij de portefeuillestrategie verduurzaming Vastgoed (2023-441).
Projecten vragen soms meer dan wettelijk noodzakelijk. Denk bijvoorbeeld aan uitgebreidere inrichting van de buitenruimte (Sancta Maria, Lettele), meteen 2 scholen realiseren in plaats van gefaseerd bouwen of ruimte voor maatschappelijke partners (Zwaluwenburg). Binnen de budgetten wordt rekening gehouden met een integrale kijk op het project en de omgeving, en een visie naar de toekomst toe. We maken keuzes voor minimaal de komende 40 jaar. Een ‘smallere’ blik levert op projectniveau kleine besparingen op.
In de kaderbrief 2024 en Voorjaarsnota 2024 is vanaf 2026 al rekening gehouden met een jaarlijks bedrag van €1,5 miljoen structureel dat extra benodigd is voor onderwijshuisvesting in de komende vier jaar ter dekking van de kapitaallast. Daarnaast is er voor de verduurzaming van onderwijsgebouwen een jaarlijks bedrag van €35.000 gereserveerd in de begroting. Ook na 2028 zullen er nog extra middelen benodigd zijn gezien de ambitie vanuit het IHP
Vastgoed de Ulebelt
In het kader van de toekomstvisie voor de Ulebelt is ook de ambitie opgenomen om het bestaande vastgoed te verduurzamen. Deze investering kan de Ulebelt zelf niet dragen. De precieze hoogte van het benodigde investeringsbedrag is nog niet bekend.
In het bestuursakkoord Dichtbij, Betrokken & Bevlogen heeft het college uitgesproken het vastgoed te verduurzamen waaronder de Ulebelt. Ondertussen is gestart met het overleg tussen de Ulebelt en Vastgoed om de te nemen investeringsmaatregelen uit te werken met het doel om het vastgoed en terrein op orde te brengen. We hebben het dan niet over de eerder aangegeven €1,5 miljoen. Deze plannen zijn bevroren. Er zijn reeds middelen beschikbaar vanuit de verduurzaming en de liquidatie van de NV Milieucentrum van €0,5 miljoen. Op dit moment is nog niet duidelijk of meer middelen beschikbaar moeten worden gesteld, daarom is voor nu een PM bedrag opgenomen, werk met werk maken).
Waterveiligheid en maatregelen IJssel
Nieuwe landelijke waterveiligheidsnormering zullen op lange termijn > 2050 gevolg hebben voor hoe rond de binnenstad de waterveiligheid kunnen garanderen. Tegelijkertijd spelen daar de nodige die van invloed kunnen zijn op lokale waterstanden en waterkeringen. Zoals ontwikkelingen met betrekking tot de binnenvaart. Ook hebben we aandacht voor klimaatadaptatie bij ruimtelijke ontwikkelingen. Op lange termijn zijn investeringen in waterveiligheid nodig.
Hoogwaterkering binnenstad
De hoogwaterkering van de IJssel loopt dwars door het centrum van de stad via de Polstraat, onder de Lebuïnuskerk door naar de Noordenbergstraat. Dat is de formele hoogwaterkering zoals deze door het waterschap wordt gehanteerd. Dat betekent dat een stuk van de binnenstad in de uiterwaarden ligt. Bij waterstanden boven de 6,30m+NAP loopt het IJsselwater deze uiterwaarden binnen. De gemeente beschermt dit deel van de binnenstad door met bigbags afsluitingen te maken. Daarnaast nemen de bewoners langs dit deel van de IJssel de nodige maatregelen bij hun deuren en tuinmuurtjes om het water tegen te houden. De gemeente stelt daar zandzakken voor beschikbaar. De bigbags zijn aan elkaar gekoppeld. Ze kunnen slechts éénmaal gebruikt worden. Er is nog één set bigbags beschikbaar. Een set aan elkaar gemonteerde bigbags kost circa €80.000. Momenteel zijn er modernere systemen beschikbaar om de stad tegen hoog water te beschermen. Gedacht wordt aan aluminium profielen. We willen onderzoeken of een dergelijke kering in Deventer aangebracht zou kunnen worden, wat daar technisch voor nodig is en welke kosten daar mee gemoeid zijn. Voor de daadwerkelijke realisatie wordt op voorhand een raming van €800.000 - €1.000.000 gehanteerd. Deze wordt vooralsnog opgenomen op deze voorportaallijst. Bij de voorjaarsnota is €75.000 beschikbaar gesteld om onderzoek te doen naar een flexibele hoogwaterkering.
Buitenruimte en tijdelijke kleedkamers sporthal Bathmen
Bij de kredietaanvraag aan de raad voor de nieuwe sportvoorziening Bathmen (Voorjaarsnota 2023) was de exacte locatie nog niet bekend. Vanuit sportbeleid is clustering/ integratie van binnen- en buitensport het uitgangspunt, dus nieuwbouw van de sporthal centraal op het sportpark De Looënk. De huidige sporthal De Uutvlog staat naast het sportpark. Vanaf medio 2023 is architectenbureau RAU aan de slag gegaan met het schetsontwerp en de locatiekeuze, zoals beschreven in de voortgangsrapportages. De locatiekeuze was mede afhankelijk van de wensen van de initiatiefgroep sportvoorziening Bathmen en de Algemene Bathmense Sportvereniging (ABS). De voetbalkantine en de buitenkleedkamers op het sportpark zijn in eigendom van ABS. Voor de zomer 2023 spraken de initiatiefgroep en ABS de wens uit om deze gebouwen te integreren in de nieuwe sporthal. In oktober 2023 hebben de gemeente en ABS een samenwerkingsovereenkomst ondertekend over de overdracht van deze gebouwen. Daarmee kon RAU het schetsontwerp en de locatiekeuze verder uitwerken en kon een kostenraming worden opgesteld voor de nodige herinrichting van het sportpark.
Aan een ingenieursbureau is gevraagd om deze kostenraming op te stellen o.b.v. eisen voor toegankelijkheid (paden), herplant/ compensatie van bomen en eisen voor auto- en fietsparkeren. De belangrijkste ingrepen die hierin opgenomen zijn:
- Realiseren van extra autoparkeerplaatsen
- Realiseren van een fietsparkeerplaats nabij het nieuwe gebouw
- Het aanpassen van de padenstructuur in het plangebied, inclusief (straat)verlichting en meubilair
- Het realiseren van een wadi voor de waterberging
- Compensatie van de te kappen bomen
- Het verwijderen en saneren van het oude hockeyveld
- Het realiseren van talud rondom het nieuw te realiseren gebouw
In de budgetraming zijn zowel de directe realisatiekosten als de te verwachten bijkomende kosten (zoals ontwerp- en engineering en leges) begroot. In totaal is circa €1,5 miljoen benodigd voor het realiseren van de buitenruimte bij de sporthal. Aan de raad zal in het 1e kwartaal 2025 worden gevraagd om hiervoor een aanvullend krediet beschikbaar te stellen.
Doordat de nieuw te realiseren sporthal op de plek van de bestaande voetbalkleedkamers komt en de nieuwe kleedkamers voor voetbal in de nieuwe sporthal worden gerealiseerd, ontstaat een periode waarbij er geen kleedkamers beschikbaar zijn. Voor het realiseren van tijdelijke kleedkamers is circa €165.000 extra budget nodig. De komende periode wordt bekeken of dit opgevangen kan worden binnen de huidige budgettaire kaders of dat hiervoor ook een extra budget moet worden aangevraagd in het 1e kwartaal 2025.