Inleiding

De belangrijkste risico’s gerelateerd aan de financieringsfunctie zijn renterisico, liquiditeitsrisico en kredietrisico. Deze paragraaf beschrijft de wijze waarop de gemeente Deventer deze beheert en welke normen hierbij gehanteerd worden.

Renterisico op langlopende financiering

Renterisico's zijn een stijgende marktrente in afwijking van de begroting. Bij het aangaan van nieuwe leningen, voor herfinanciering van aflopende leningen of voor uitbreiding van de portefeuille kan een verschil in de oude en nieuwe rente tot fors hogere rentelasten leiden. De renterisico’s op de langlopende financieringsmiddelen worden ingekaderd door de renterisiconorm. Het doel van de renterisiconorm is het spreiden van de renterisico’s van de leningenportefeuille waardoor een verandering in de rente vertraagd doorwerkt in de rentelasten van de gemeente. Bij een begroot lastentotaal van circa € 500 miljoen bedraagt de renterisiconorm €100 miljoen. Dat wil zeggen dat jaarlijks maximaal €100 miljoen aan langlopende leningen mag worden geherfinancierd. Om hieraan te voldoen, wordt bij de keuze voor looptijd van de lening rekening gehouden met een goede spreiding van de aflossingen over de jaren. De onderstaande tabel geeft het verwachte verloop van de renterisiconorm weer voor de jaren 2023 tot en met 2026. In alle jaren is er voldoende ruimte om binnen de limiet te blijven.

(bedragen x €1 miljoen)

Renteresultaat

2025

2026

2027

2028

Renterisico op vaste schuld

Netto renteherziening op vaste schuld

-

-

-

-

Nieuwe leningen

21,0

50,0

31,0

3,0

Renterisico op vaste schuld

21,0

50,0

31,0

3,0

Bepaling renterisiconorm

Stand van de begroting per 1 januari 2025

503,7

Renterisiconorm 20% van stand 2025

100,7

100,7

100,7

100,7

Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7-4)

79,7

50,7

69,7

97,7

Renterisico op kortlopende financiering

Zeker bij financiering met kortlopende contracten kan het gevolg van rentewijzigingen op de totale rentelasten aanzienlijk zijn. De gemeente Deventer gebruikt kortlopende financiering daarom enkel om schommelingen in de liquiditeitspositie op te vangen en niet voor het financieren van langlopende investeringen. De kasgeldlimiet geeft de toelaatbare omvang van de netto vlottende schuld aan en dient derhalve om het renterisico op de korte termijn te beheersen. De limiet bedraagt een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage (8,5%) van de begrote gemeentelijke uitgaven. De gemeente heeft ervoor gekozen om een kredietlimiet te gebruiken ter hoogte van €28 miljoen om schommelingen in de beschikbare liquiditeit op te vangen. Dit betekent dat de gemeente in beginsel altijd voldoet aan de kasgeldlimiet. Overschrijding van de kasgeldlimiet heeft formele consequenties wanneer dit langere tijd aanhoudt. De provincie dient als toezichthouder op de hoogte te worden gebracht wanneer er in drie opeenvolgende kwartalen sprake is van een overschrijding. De afgelopen jaren is hiervan geen sprake geweest.

Liquiditeitsrisico

De gemeente probeert dit risico te beperken door een buffer aan te houden op zowel de rekening-courant als de beschikbare kredietlimiet. In 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd, de gemeente is wettelijk verplicht om tijdelijk overtollige middelen (liquiditeitsoverschotten) die boven een wettelijk geregeld saldo (2% van het begrotingstotaal) uitkomen, moet stallen bij het Rijk. De gemeente Deventer heeft dit gewaarborgd door ervoor te zorgen dat een positief saldo op de lopende rekeningen automatisch wordt afgeroomd boven een bepaald bedrag. Dit heeft er bovendien voor gezorgd dat de centrale Treasuryfunctie altijd toegang heeft tot het grootste deel van de liquide middelen en wordt versnippering van geld op verschillende kas- en banksaldi beperkt.

Kredietrisico

Kredietrisicobeheer kan worden omschreven als het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid van een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van betalingsverplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of te kort aan liquide middelen. Uitzettingen kunnen echter op grond van het treasurystatuut slechts plaatsvinden uit hoofde van de uitvoering van een publieke taak. De kredietrisico’s zijn daarmee beperkt tot situaties waarin één van de partijen waaraan de gemeente leningen heeft verstrekt niet in staat is om deze terug te betalen. In die gevallen ontstaat een risico dat de gemeente de betreffende lening moet afschrijven. De tabel in paragraaf 1.4.5.4 toont de hoofdsom per tegenpartij. Zoals te zien bedraagt het maximale kredietrisico op één partij €12,08 miljoen (Deventer Sportbedrijf).